|
||||||||
|
Ik maak me een beetje sterk dat Körin Ternovtzeff -dat is de echte naam van de zangeres die we doorgaans enzo enzo noemen- aan onze kant van de taalgrens niet geweldig bekend is. Wellicht loopt er her of der nog een kalende, ooit grijsharige mens rond, die zich “Juste quelq’un de bien” herinnert en schrikt bij de vaststelling dat die heuse klassieker intussen ook ruim de dertig gepasseerd is, maar veel verder zie ik de aanhang van de zangeres toch niet meteen voorbijkomen. Dat is jammer, want enzo enzo behoort ongetwijfeld tot de groten van het Franse Chanson en dat bewijst ze ook nu weer met haar nieuwe plaat. Naar eigen zeggen, werkte ze daar, af en aan, dikke vijf jaar aan, waarin ze teksten verzamelde, die haar allerhande dingen duidelijk maakten over verbinding, steun, geloven en schoonheid, kortom in de dingen die er echt toe doen. Het maakte haar niet uit of die teksten recent geschreven werden, dan wel of ze eeuwenoud zijn en evenmin ging het er om te weten of de schrijvers wereldberoemd zijn dan wel gruwelijk onderschat of miskend. Of het een man of een vrouw betreft, speelde geen rol, net zo min als het uitmaakte of de auteur Europees id van achtergrond of zijn wiegje in één of ander exotisch oord stond: we leggen uiteindelijk allemaal dezelfde weg af en beleven dezelfde zoektocht, kennen dezelfde passies, gevoelens en hartstocht: we zijn allemaal “mens”. De zangeres, die op deze plaat even vaak declameert als ze zingt, koor voor de titel “pantoum”, wat staat voor een van oorsprong Maleisische dichtvorm, waarbinnen herhaling een grote rol speelt. Met de hulp van twee bevriende muzikanten, Delphine Gosseries op cello en Hélène Weissenbacher op piano, brengt ze, meestal met muziek van Romain Didier en een enkele keer van Gabriël Yared, teksten tot leven van dichters als Anna de Noailles, Marie Noël, Guillevic, Thomas Vinau en -in de categorie “minder onbekend”- Marguerite Yourcenar, Sully Prudhomme, Victor Hugo en Jules Breton. Na zeer ampele beluistering, realiseer ik mij dat je best een flinke dosis kennis van de Franse taal in huis hebt om alles te kunnen snappen wat je hoort passeren. Onze hedendaagse technologie laatons echter toe met enkele muisklikken al de teksten van de gekozen gedichten tevoorschijn te halen en aldus iets makkelijker te kunnen volgen. Ik heb ook het gevoel dat je deze plaat eigenlijk moet zien als de neerslag van wat een theatervoorstelling is. De sfeer en de toonzetting van zo’n zaal, staan wellicht enigszins in contrast met de omstandigheden waarin je dit thuis kunt beluisteren. Dat heeft mijzelf alleszins niet belet enorm te genieten van deze plaat: sommige teksten kende ik, vele waren nieuw voor mij maar vooral: ik ontdekte hier met Thomas Vinau iemand, die ik voorheen nooit gelezen had en die met “Allume Un Feu” , “Nos toutes petites Vies” en “On traverse la Nuit” wat mij betreft de blikvanger van de plaat is, al maakten ook de twee teksten van de veel te jong gestorven Allain Leprest (“Goodbye Gagarine” en “Je te Berce”) flink wat indruk. Samengevat: u moet vooral zelf gaan luisteren, maar ik vind dit een geweldige plaat, die alleen overtroffen kan worden door de live-voorstelling ervan. (Dani Heyvaert)
|